Paddentrek, mannetjes laten zich vervoeren

Paddentrek

Padden, zijn ze vrijwilligers of kunnen ze klok lezen?

We kunnen  er van alles over zeggen behalve bovengenoemde feiten.

De paddentrek is een jaarlijks terugkerend verschijnsel.
Padden (en andere amfibieën) vertrekken vanuit hun winterverblijven naar het water om zich voort te planten.
De paddentrek vindt plaats in de periode februari tot april. De combinatie van temperatuur en luchtvochtigheid (hoe natter hoe beter.) bepalen de start.

Recht door zee!
De meeste amfibieën overwinteren in bosgebieden, onder boomstronken of houtstapels, in de strooisellaag of in holen en gaten in de grond.
Zodra de temperatuur in het voorjaar boven de 6°C uitkomt, komen zij tevoorschijn en trekken in de richting van een nabijgelegen poel of gracht.
Padden en kikkers kunnen daarbij afstanden tot 1,5 km afleggen.
Ze trekken daarbij in een rechte lijn, en nemen eventuele hindernissen mee. Hoe ze zich daarbij oriënteren, is voor de wetenschap nog een raadsel.

Mannen lui en traag
De mannetjes beginnen eerst te trekken, maar doen er lang over omdat ze onderweg trachten een partner te strikken.
Vrouwtjes, die groter worden en ook herkenbaar zijn aan de opgezwollen buik vol met eitjes, starten later maar treuzelen minder.
Op warme avonden zitten de mannetjes met tientallen op open, vlakke plaatsen te wachten op de passerende vrouwtjes.
Ze grijpen met de sterk gespierde voorpoten het lichaam van de vrouwtjes vast in de paargreep of amplexus en laten zich meevoeren naar de voortplantingspoel.

2padden

De lentetrek gaat met pieken voort tot ongeveer eind maart. Op koude dagen stopt alle beweging; als het na een lange koude periode terug warm wordt, hervat de trek zich met een nieuwe piek.
In de poel, plas of gracht worden de eitjes afgezet en bevrucht (zie voortplanting van amfibieën), en vervolgens trekken de meeste dieren weg naar hun zomerbiotoop waar ze de rest van het voorjaar en de zomer verblijven en zich vol eten.
In het najaar trekken ze dan terug naar het overwinteringsgebied en verdwijnen voor enkele maanden onder de grond. Deze najaarstrek vertoont minder pieken dan de voorjaarstrek en is meer gespreid in de tijd.